Ziekte van Cushing

De ziekte van Cushing, kortweg Cushing genoemd, wordt vaak vastgesteld bij met name oudere paarden. 

Bij Cushing is er sprake van een tumor op de hypofyse of de bijnier, waardoor de hypofyse ontregeld raakt en meer van het hormoon ACTH (adrenocorticotroop hormoon) gaat produceren. Dit hormoon stimuleert de bijnier tot een verhoogde afgifte van cortisol (stresshormoon). 

Door de verhoogde ACTH productie gaat de hypofyse vergroten en steeds meer ACTH afgeven.

Symptomen van Cushing zijn niet altijd even duidelijk te herkennen, maar vaak begint het met lusteloosheid, andere vacht (meer haar, doffer haar), symptomen van stress, gedragsveranderingen en/of spijsverteringsproblemen.


Later kunnen ook karakteristieke bulten boven de ogen, een krullerige vacht en een opvallende puntbuik ontstaan. Ook is er een verhoogde kans op hoefbevangenheid en insulineresistentie.

Via het reguliere circuit bestaat de enige remedie uit het afremmen van de ACTH afgifte met medicijnen die levenslang gegeven dienen te worden. Deze medicijnen kennen echter veel bijwerkingen en zijn erg duur.


Bij een bloedonderzoek wordt slechts aan de hand van een verhoogde ACTH-waarde al "vastgesteld" dat een paard Cushing heeft, zonder dat duidelijk is of er daadwerkelijk een tumor aanwezig is. De ACTH-waarde kan echter ook verhoogd raken door stress en pijn.

 

Stalondeugden:   Wat wij verstaan onder stalondeugden (de officiële term is stereotypieën) zijn gedragingen van een paard die wij liever niet hebben. Het paard doet dit echter niet uit ondeugd, maar uit verveling of stress, omdat het wordt verhinderd zijn natuurlijke gedrag uit te voeren. Bijvoorbeeld doordat de leefruimte en bewegingsvrijheid beperkt worden in een stal. Doordat het geen soortgenoten in zijn omgeving heeft. Of omdat het niet de hele dag kan eten, wat ze in de vrije natuur wel doen.   Het paard leert zichzelf dat, door herhaalde gedragingen uit te voeren, endorfines worden opgewekt die zorgen voor een gelukzalig gevoel. En daardoor wordt de stress naar de achtergrond verdreven.   Endorfines werken ook pijnverdrijvend. Als een paard chronische pijn heeft (bijvoorbeeld door een maagzweer) kan het dus ook ongewenst gedrag uit gaan voeren. Een stalondeugd of stereotypie bestaat uit 3 stadia. In het eerste stadium is een paard nog vrij eenvoudig te corrigeren door te zorgen voor afleiding. Het beste is het paard in een zo natuurlijk mogelijke omgeving te houden en eventuele pijn weg te nemen. Vrijwel altijd verdwijnt het ongewenste gedrag meteen. Het 2e stadium is al lastiger omdat er dan al sprake is geworden van een gewoonte. Maar met geduld en het wegnemen van de oorzaak van de stress is het gedrag nog steeds te corrigeren.   In het 3e stadium vertoont het paard het ongewenste gedrag ook als de oorzaak van de stress is weggenomen. Het is dan eigenlijk niet meer mogelijk dit gedrag te corrigeren. Het kan zelfs zo zijn dat het paard meer stress gaat ervaren als men probeert dit gedrag te herstellen. Het beste is het paard zijn, weliswaar ongewenste, gedrag te laten uitvoeren en te zorgen dat het gedrag geen gevaar oplevert voor de gezondheid van het paard.   Men denkt vaak dat paarden deze gedragingen afkijken van elkaar. Dan wordt een paard met ongewenst gedrag verbannen naar een verre hoek van de stal. Hierdoor wordt de stress alleen maar groter. Paarden kopiëren echter alleen ongewenst gedrag van elkaar als ze zelf ook stress of pijn ervaren. In de vrije natuur komen stereotypieën niet voor. Er is dus ook geen sprake van kopieergedrag.   De grens tussen de verschillende stadia is moeilijk aan te geven . Vandaar dat bij de eerste tekenen van herhaald ongewenst gedrag al ingegrepen moet worden om te voorkomen dat het gedrag onomkeerbaar wordt.   Het beste advies is: kun je een paard niet bieden wat het nodig heeft (veel beweging, weidegang, gezelschap), hou dan geen paard. Vergeet niet, het paard is volledig van ons afhankelijk. Het kan niet ontsnappen aan een nare situatie. Stel niet je eigen belang voorop, maar het welzijn van je dier.

 

Kribbebijten:   Kribbebijten is het kauwen op de rand van de stal, de voerbak, drinkbak, of wat er maar voorhanden is. Vaak gaat dit gedrag samen met luchtzuigen. Kribbebijten kan ontstaan doordat het paard maagklachten heeft. Paarden worden vaak maar 2 x per dag gevoerd terwijl ze 24 uur per dag maagzuur aanmaken. Door te kribbebijten wordt de speekselproductie gestimuleerd. En het speeksel neutraliseert het maagzuur. Er is dus vaak een lichamelijke oorzaak aan te wijzen voor dit gedrag. Kribbebijten is op zichzelf niet erg schadelijk, alleen de voortanden slijten sneller. Ook kunnen paarden soms splinters binnenkrijgen. En het is niet zo best voor je stal.   De beste remedie is de oorzaak van de stress wegnemen. Zet een paard meer in de wei, geef het meerdere keren per dag wat te eten, hang een speeltje op in de stal. ZORG VOOR AFLEIDING.

 

Luchtzuigen:   Luchtzuigen is het binnenzuigen van lucht in de slokdarm. Vaak doen paarden dit door eerst de voortanden vast te zetten op bijvoorbeeld de rand van de stal. Vandaar dat dit gedrag nog wel eens samengaat met kribbebijten. Paarden kunnen ook lucht binnenzuigen door het hoofd snel op en neer te bewegen, of zelfs alleen door het aanspannen van de halsspieren.   Op zichzelf is luchtzuigen niet erg schadelijk. Het is ongewenst gedrag, maar leidt niet tot koliek, wat sommige mensen wel denken. Er kan wel een iets grotere gevoeligheid optreden van de slokdarm.   Ook hier geldt: de beste remedie is het wegnemen van de oorzaak van de stress. Zet een paard meer in de wei, geef het meerdere keren per dag wat te eten, hang een speeltje op in de stal. ZORG VOOR AFLEIDING. Geef het paard beslist geen speciale luchtzuigband om, het kan dan juist extra gestresst raken doordat het dan niet meer weet hoe het zijn stress kwijt moet raken.

 

Weven:   Weven is het continu heen en weer bewegen van het paard. Vaak doen ze dit in de deuropening. Weven is niet zo goed voor een paard, de pezen en gewrichten slijten sneller door de herhaalde en niet natuurlijke beweging. Het paard kan ook met de hals langs de deur schuren wat vervelende schaafwonden kan geven.   Ook hier geldt: de beste remedie is de oorzaak van de stress wegnemen. Zet een paard meer in de wei, geef het meerdere keren per dag wat te eten, hang een speeltje op in de stal. ZORG VOOR AFLEIDING. Een weefrek geeft vaak meer stress, omdat het paard dan niet meer weet hoe hij zijn stress kwijt kan raken en de kans bestaat dat hij dan andere stalondeugden gaat aanleren. NIET DOEN DUS.

 

Maagklachten:   Een paard graast in het wild 18 tot 20 uur per dag. Om al dat voedsel te verteren maakt de maag daarom de gehele dag maagzuur aan. Dit maagzuur (pH tussen 2 en 3!) wordt weer geneutraliseerd door het speeksel wat aangemaakt wordt tijdens het kauwen. Als een paard niet kan eten omdat er te weinig voer wordt aangeboden, gaat het maagzuur in de maag opstapelen en uiteindelijk ontstaan maagklachten, tot maagzweren en perforaties aan toe.   De maagwand wordt wel beschermd door een slijmlaag (mucosa), echter bij paarden is niet de gehele maagwand met deze laag bedekt. Gaat het maagzuur stapelen, door een beperkt voeraanbod, dan raakt de maagwand geïrriteerd en ontstoken.   Dit geeft pijnklachten en misselijkheid, waardoor een paard minder goed gaat eten. Daardoor gaat er steeds meer maagzuur stapelen en wordt het paard steeds zieker.   Ook veel gedragsproblemen van paarden zijn te herleiden tot maagproblemen. Het gedrag van het paard proberen te veranderen werkt dan niet. De oorzaak van het probleem wegnemen wel.   Met behulp van bioresonantie is eenvoudig vast te stellen of een paard last heeft van maagproblemen. Het verhelpen van de klachten kan door een combinatie van veranderd voergedrag en bioresonantie. Je kunt ook zelf globaal testen of je paard maagklachten heeft. Rauwe aardappel is heel basisch (het tegenovergestelde van zuur). De meeste paarden zijn niet zo gek op rauwe aardappel. Eet je paard dit wel, dan bestaat de kans dat hij maagproblemen heeft. LET WEL: DIT IS SLECHTS EEN INDICATIE.   En voer vooral geen aardappelschillen, deze bevatten relatief veel zand, maar ook gifstoffen.

 

Artrose Door de jaren heen slijten de gewrichten van mens en dier. Dit is een normaal proces. Echter, als de gewrichten meer slijten dan gebruikelijk, is er sprake van artrose. Het kraakbeen tussen de gewrichten zorgt ervoor dat de gewricten niet tegen elkaar botsen. Maar door extreme slijtage kan het kraakbeen zo ver afslijten dat de stootdempende werking vermindert. Hierdoor ontstaat pijn. Echter, dit proces is in zekere mate omkeerbaar. Kraakbeen wordt namelijk gedurende het hele leven aangemaakt, alhoewel het proces wel steeds langzamer gaat naarmate een mens of dier ouder wordt. Met homeopathie kan het kraakbeen gestimuleerd worden om te groeien. Ook wordt de kwaliteit van het resterende kraakbeen verbeterd, zodat de pijnklachten gaan afnemen. Het resultaat is vaak binnen een maand al merkbaar.   

 

Zomereczeem:   Veel paarden en pony’s hebben last van zomereczeem, ook wel staart- en maneneczeem. Ze schuren dan met de manenkam en/of staart tegen een hek of paal, soms tot bloedens toe. Deze irritatie wordt meestal veroorzaakt door kleine mugjes uit de Culicoïdestam. Vooral tegen de ochtend- en avondschemering worden deze mugjes actief. Je kunt je paard natuurlijk inpakken in een eczeemdeken. Echter, zo’n deken is niet echt comfortabel. Je loopt in de zomer zelf ook het liefst met zo min mogelijk kleding aan.   Er is wat tegen zomereczeem te doen. Met homeopathie kun je weerstand opbouwen tegen de mug. Het kost even tijd, maar dan is je paard wel definitief verlost van de overgevoeligheid. En met bioresonantie kun je het immuunsysteem van je paard activeren. Er zijn dus meerdere mogelijkheden. De beste tijd om te starten met de behandeling is in de winter, dus wees er bijtijds bij.

 

Schurft en schimmel:   Vooral als er veel paarden dicht bij elkaar staan kunnen besmettelijke parasieten en schimmels de kop opsteken. Het meest vatbaar zijn dieren met verminderde weerstand, door stress, ziekte of leeftijd (heel jong of heel oud). Maar ook ogenschijnlijk gezonde dieren kunnen getroffen worden. Vaak is er dan al een onderliggend probleem aanwezig, wat nog niet is opgemerkt, maar wel een verminderde weerstand oplevert. En op zo’n moment kunnen parasieten (zoals de schurftmijt) of schimmels toeslaan. Je kunt een paard natuurlijk behandelen tegen de parasiet of schimmel, maar als je het onderliggende probleem niet oplost komt een besmetting vaak snel weer terug.

 

Allergieën:   Net als mensen kunnen ook paarden overgevoelig, of zelfs allergisch zijn voor bijvoorbeeld voedingsmiddelen. Vaak wordt van een allergie gezegd dat je er nooit meer vanaf komt. DIT IS NIET WAAR.

Een allergie is een overreactie van het immuunsysteem. Een immuunsysteem leert van iedere besmetting, dus met de juiste prikkeling (bijvoorbeeld door middel van bioresonantie) is een allergie prima te behandelen.

 

Hoefbevangenheid:   Hoefbevangenheid is geen op zichzelf staande ziekte. Het is een symptoom van een onderliggend probleem. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: insulineresistentie, een slecht werkende lever of nieren, Cushing of verkeerd of teveel voeren. Bij zo'n probleem ontstaan teveel afvalstoffen in het bloed. Omdat de benen van een paard het minst doorbloed zijn, kunnen deze afvalstoffen zich hier sneller ophopen, raakt de witte lijn in de hoefwand ontstoken en gaat het hoefbeen op den duur kantelen. Het hoefbeen drukt dan op de hoefzool en dat is behoorlijk pijnlijk. Vergelijk het maar met een scherpe kiezel in je schoen. Daarom zie je bij hoefbevangenheid die merkwaardige gestrekte stand, met de voorbenen ver naar voren, om het gewicht van het paard zoveel mogelijk naar de achterkant van de hoef te verplaatsen. Iedereen die een keer een paard zo heeft gezien herkent deze stand. Het paard heeft erge pijn en wil niet lopen. De infectie van de hoef wordt door de dierenarts bestreden met antibiotica. Het nadeel hiervan is dat hiermee de oorzaak niet wordt opgelost, waardoor een paard juist steeds vaker hoefbevangen wordt. Tevens ontregelen antibiotica de darmen, waardoor de weerstand afneemt en de kans op infecties groter wordt. Bioresonantie spoort de oorzaak van de hoefbevangenheid op en behandelt deze. Tevens wordt hiermee de weerstand van het paard verbeterd en wordt voorkomen dat de hoefbevangenheid terugkeert.

 

Hoogspanningsmasten:   Veel paardenstallen zijn gebouwd in buitenstedelijk gebied. In deze gebieden lopen ook de meeste hoogspanningsmasten, over de stallen of over de weiden.   Er is heel veel geschreven over de eventuele schadelijke effecten van hoogspanningsmasten. Het ene onderzoek toont aan dat er meer ziektegevallen voorkomen in de nabijheid van deze masten, het andere onderzoek spreekt dit weer tegen. De vraag is hoe onafhankelijk de onderzoeken zijn.   Mijn mening is dat het nooit gezond kan zijn. Hoogspanning is tegennatuurlijk en om die reden kan het niet goed zijn voor mens en dier.  Als er twijfel is over gezondheidsschade bij mens of dier, laat je dan doormeten. Met behulp van bioresonantie kan eventuele belasting van hoogspanningsmasten, of andere electrosmog op eenvoudige wijze worden vastgesteld. Tevens kan advies gegeven worden over de aanpak van de belasting. Zie hiervoor het kopje aardstralen. Verhuizen behoort nu eenmaal niet altijd tot de mogelijkheden.

 

Aardstralen:   Aardstralen komen van nature in de aarde voor. Ze bestaan uit een regelmatig netwerk van lijnen. Op de plaatsen waar deze lijnen elkaar kruisen, of kruisen met wateraders, kan belasting optreden.   Van oudsher werden deze kruisingen al gemeden. Men bouwde een huis wel op de ene plek en niet op de andere, om voor ons onduidelijke redenen. Maar in de huidige tijd worden huizen gebouwd volgens planologische schema’s. Er wordt niet meer gelet op aanwezigheid van aardstralen. Toch zijn mensen en dieren, vooral kinderen, heel gevoelig voor de aanwezigheid van deze stralen. Veel huilbaby’s reageren op de stralen die onder hun wieg doorlopen. Het bed verplaatsen kan dan al een simpele oplossing zijn. Menig mens is op deze manier van zijn slapeloosheid afgeholpen.   Paarden hebben deze gevoeligheid voor aardstralen zeker ook. Zij hebben echter geen keus in de positie van hun stal of wei. Toch zijn er paarden die niet graag een bepaalde stal inlopen of een bepaalde hoek in de wei mijden. Reken maar dat deze plek dan belast is met aardstralen, al dan niet in combinatie met wateraders.   Paarden kunnen de meest merkwaardige reacties vertonen als gevolg van voortdurende belasting van deze stralen. Ik heb paarden met zeer uiteenlopende klachten succesvol behandeld. Dit varieert van huidproblemen die niet over willen gaan tot gedragsproblemen.   Ook deze belasting is zeer goed te meten en eenvoudig op te lossen met ontstorende apparatuur. Er is heel veel te koop op dit gebied. Voor de leek is het echter moeilijk te bepalen wat wel en wat niet werkt.   Ik heb een aantal apparaten van verschillende merken in de praktijk uitgeprobeerd. Wat ik aanbied, daar sta ik volledig achter.